Het gordijn
Mijn overgrootmoeder was een vrouw op leeftijd. Ze was van de andere eeuw en al 81 toen ik geboren werd! Ze woonde niet in een bejaardenhuis, alhoewel dat misschien wel noodzaak was. Ze had twee verbrijzelde benen, wat zichtbaar was door leren laarzen tot ver boven de knie. Dichtgesnoerd door veters. Maar ze kon wel lopen.
Opoe, zoals ik haar noemde, woonde bij een aantal van haar kinderen in. Een periode bij de ene, een andere periode bij de ander. Ik wist niet beter dat ze woonde bij de zus van mijn opa. De woning was gelegen boven de kledingwinkel van hen.
Als wij winkelden, gingen we altijd even bij de winkel langs en keken we even bij opoe. Daar dronk ik al vroeg koffie op een schoteltje met veel suiker. Ook hielp ik met het oprollen van de bolletjes wol, want opoe breidde sokken en wolletjes, wollen hemden voor de winter.
De woning had geen eigen voordeur. Je kwam gewoon de winkel binnen en moest echt weten van de woning ergens daar boven. Achter de rekken met kleding hing een groot gordijn. Als je dit aan de kant schoof, was de trap omhoog zichtbaar. Meestal liepen we eerst naar mijn oudoom of tante of ander personeel, om te vragen of opoe boven was.
Als het journaal op radio en televisie sprak over het Oostblok, had men het over het IJzeren Gordijn. In die tijd was de communistische wereld onbereikbaar en daar woonde de vijand. Als kind kon ik me niets voorstellen bij een ijzeren gordijn, zeker niet omdat ik veel letterlijk nam. Zou het misschien lijken op een soort luxaflex? Ik kon me niet voorstellen dat er gevaarlijke mensen waren, laat staan dat ze woonden achter een gordijn. Er woonde maar één iemand achter een gordijn en dat was lieve opoe!
Voor een foto, gemaakt op 28-3-1965, de verjaardag
van mijn opa...KLIK en ZIE!
http://wakkersgedichten.wordpress.com/2013/04/05/historisch-beeld-bij-een-verhaal/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten