Zijn neus ruikt de geuren van inktlint.
De trommelvlezen trillen na van de laatste aanslag
op het toetsenbord.
Vingertoppen beroeren het volgetypte vel papier
trekken het voorzichtig uit de rol van de typemachine.
De punt was gezet. Het verhaal was af!
Geschiedenis geschreven. O, nee getikt!
Het typetje vouwde het vel twee maal dubbel.
Stopte het in een ge-a-dresseerde enveloppe
die het kunstje kende en zelf in de brievenbus kon springen!
Mijnheer moest nu de deur dus uit.
De straat per zebra huppelend oversteken.
Naar de rode bus met twee gleuven lopen.
Het poststuk op één hand wegen en de afstand
bepalen van de laatste sprong.
Het kunstje lukte! En hij liep met een lach rond zijn mond
weer terug naar huis.
Wie zou de woorden slikken en ter harte nemen?
Hij verzon het niet. Het was ècht waar.
De inkt van zijn machientje bracht papier tot leven.
Het verhaal zou de wereld rond gaan! *
* ... Heeft u het al vernomen?