Niemand werpt een blik
of richt zich tot mij
Word niet aangesproken
omdat mijn aanwezigheid
niet opvalt
Onbeduidend als ik ben
zit ik niet in de weg
maar gewoon op een stoel
Hoeft geen mens
om mij heen
Passeert een ieder
doodgewoon
Ik groet met een knik
en bloos niet
van schaamte
Gedachten en dialogen
schrijf ik in waarheden
en vouw er gedichtjes van
Werp ze van mij af
en sommigen vliegen
best wel ver...
Dat het niemand opvalt:
witte blaadjes op de grond
al is het herfst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten