Ik zit aan groenrijke oever
van een bewegend stroompje
en fluit het alfabet
Het klinkt me goed
in de oren
dus toets ik het
met mijn typerend machientje
Ik pak een noot
uit het hoge gras
en kraak het
met een steen
die een gevallen blad
uit de lucht
wist te houden
De smaak van beuk
rimpelt mijn tong
Mijn ogen zien
de gefloten woorden
nog net op de rug
...als zij de bocht
van de beek voorbij gaan
Een vogel klinkt
vanaf de overzijde
zingt mijn lied
al woordenloos
op eigen wijs
Geen opmerkingen:
Een reactie posten