Het enige licht buiten komt van juist die ene lantaarnpaal vlak voor mijn huis.
Het is behoorlijk koud en het is er wit. Een dik pak sneeuw is er al gevallen 
de laatste dagen, maar momenteel is het droog.
De toegangsweg naar ons huis en de paar huizen en schuren in de buurt
is enigszins berijdbaar gemaakt, doordat de sneeuwschuiver van de gemeente
vanmiddag is langsgekomen. De weg ligt nu tussen twee grijze wanden in van
sneeuw dat vermengd is met vuil van de straat en natuurlijk afval, zoals takjes,
blad en aarde.
Terwijl ik naar de lamp van de lantaarn kijk, volg ik met mijn ogen de
contouren van de metalen buis waaruit het lijkt te komen. Eerst iets omhoog,
een mooie buiging en dan het horizontale deel. Dan weer een bocht en steil naar
beneden, zo'n drie vier meter zal het zijn. Mijn blik komt dan op het punt waar de
paal in de sneeuw verdwijnt, of moet ik zeggen te voorschijn komt?
Daar zie ik iets opmerkelijks: daar loopt een spoor in de sneeuw. Van iets dat één
of twee wielen lijkt te hebben. Al gauw kom ik tot de conclusie ik dat het toch
maar één wiel kan zijn, want het spoor loopt kaarsrecht richting het einde van de weg.
Daar ligt opvallend genoeg minder sneeuw, maar het spoor is daar toch. Een profiel van
een band is te zien. Het lijkt wel of het glimt of licht geeft. Zal het licht dan als
bron vol energie zich een weg banen naar mijn lantaarn?
Het licht valt uit de lantaarn en verstrooit zich in de ruimte alom. Het merendeel
blijft overigens liggen. Op een vaste plek, want anders was het vanmiddag wel verschoven
toen de sneeuw aan de kant geworpen werd door de gele truck van de gemeente. Het was
toen reeds schemerig, de lantaarn was al aan gegaan.
Het licht had haar plekje bereikt, dat wist ik zeker, want ik had de eekhoorn gezien
in datzelfde lantaarnlicht. Ze had in de sneeuw een noot gevonden. Een kraai
had gekrast dat die noot haar was, maar de eekhoorn was sneller en had de buit binnen
naar haar holletje in de sneeuw gebracht. Daar was geen licht, want een donker holletje
tekende zich af in de witte vlakte.
Het is behoorlijk koud en het is er wit. Een dik pak sneeuw is er al gevallen 
de laatste dagen, maar momenteel is het droog.
De toegangsweg naar ons huis en de paar huizen en schuren in de buurt
is enigszins berijdbaar gemaakt, doordat de sneeuwschuiver van de gemeente
vanmiddag is langsgekomen. De weg ligt nu tussen twee grijze wanden in van
sneeuw dat vermengd is met vuil van de straat en natuurlijk afval, zoals takjes,
blad en aarde.
Terwijl ik naar de lamp van de lantaarn kijk, volg ik met mijn ogen de
contouren van de metalen buis waaruit het lijkt te komen. Eerst iets omhoog,
een mooie buiging en dan het horizontale deel. Dan weer een bocht en steil naar
beneden, zo'n drie vier meter zal het zijn. Mijn blik komt dan op het punt waar de
paal in de sneeuw verdwijnt, of moet ik zeggen te voorschijn komt?
Daar zie ik iets opmerkelijks: daar loopt een spoor in de sneeuw. Van iets dat één
of twee wielen lijkt te hebben. Al gauw kom ik tot de conclusie ik dat het toch
maar één wiel kan zijn, want het spoor loopt kaarsrecht richting het einde van de weg.
Daar ligt opvallend genoeg minder sneeuw, maar het spoor is daar toch. Een profiel van
een band is te zien. Het lijkt wel of het glimt of licht geeft. Zal het licht dan als
bron vol energie zich een weg banen naar mijn lantaarn?
Het licht valt uit de lantaarn en verstrooit zich in de ruimte alom. Het merendeel
blijft overigens liggen. Op een vaste plek, want anders was het vanmiddag wel verschoven
toen de sneeuw aan de kant geworpen werd door de gele truck van de gemeente. Het was
toen reeds schemerig, de lantaarn was al aan gegaan.
Het licht had haar plekje bereikt, dat wist ik zeker, want ik had de eekhoorn gezien
in datzelfde lantaarnlicht. Ze had in de sneeuw een noot gevonden. Een kraai
had gekrast dat die noot haar was, maar de eekhoorn was sneller en had de buit binnen
naar haar holletje in de sneeuw gebracht. Daar was geen licht, want een donker holletje
tekende zich af in de witte vlakte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten