Ik liep met familie op het breedste strand van Walcheren
langs de opkomende waterlijn. Achter ons liep een echtpaar
dat er jonger uit wilde zien, kent u dat? Sportieve kleding dat
flitsend kleurde bij het grijze haar. Tussen de echtelieden sprong
een klein hondje dat verteld werd wat er van hem verwacht werd
op de zandvlakte van Breezand. "Pak de bal!" En de bal werd
weggegooid. Het hondje deed wat gevraagd werd en rende achter
de bal aan die langs ons rolde. Het nam de vuile tennisbal in de bek
en bracht deze niet terug naar de werper en partner, maar legde het
aan onze voeten in het zand. Eén van ons schopte het weg en het
beestje vloog er weer achter aan en bracht het gelukkig weer retour
bij de eigenaars. Het hondje werd opnieuw een opdracht gegeven:
"Zoek bal!" En het speelgoed werd nog verder geworpen.
Ik sloeg er geen acht meer op, want ik ben geen hondenliefhebber,
maar een kattenman. Wederom begreep het vierpotig monstertje er
niets van, want het had het attribuut snel bereikt, maar bracht het
opnieuw niet goed terug...
Het balletje lag voor mijn voeten. Ik stapte er aan voorbij en wilde
er niets van weten! Stel je voor! Zo'n stinkding weggooien en dan
niet meer van het keffertje af komen. Of dat de echtelieden contact
zouden maken en ik hen moest teleurstellen in het ontbreken van
een overeenkomstige liefhebberij.
Ik had hen kunnen adviseren een ander commando te leren aan
het vuilnisbakkie. Iets in de trend van:"Breng het balletje eens terug
naar het baasje!" Of kort gezegd:"Apporteer!"
Waarschijnlijk zou het dat laatste worden, want dat paste bij hun
kledingstijl en het dialect dat ze bezigden of zouden ze die hete
aardappel bij de strandtent tot zich hebben genomen?
Zij waren zeker ook niet het beestje de baas, want het bracht
het voorwerp dat gegooid werd terug naar willekeurig wie het
voor de voeten liep.
----