Een belangrijk zintuig is het oog. Daarmee kunnen we zien waar we ons bevinden of waar we naar toe moeten. Ook zien we gezichten van hen die ons dierbaar zijn, maar ook het gevaar
komt zo in beeld, zodat actie ondernomen kan worden.
In de natuur is er de struisvogel, die niet eens kan vliegen, maar bij gevaar de kop in het zand ateekt. De rest van het lichaam blijft pontificaal in beeld, maar het beest denk waarschijnlijk:
"Ik zie de vijand niet, dus de vijand ziet mij ook niet!"
Bij ons mensen vindt dat fenomeen ook plaats. Als we als volwassene een klein kind op schoot
hebben, spelen we al heel snel het spelletje kiekeboe. We doen de handen voor onze eigen ogen
en maken het kind wijs dat we verdwenen zijn. Na een spannend moment, wat steeds langer kan duren komen we achter de handen weer te voorschijn."BOE!"
Of het goed is om dat te doen, valt te betwijfelen; want de dreumes komt wreed in aanraking met het feit dat iets blijkbaar WEG kan zijn / hem of haar zomaar kan verlaten.
Over het zien en niet gezien worde, ken ik nog een leuk verhaal. Iemand die ik gekend hebt,
werkte bij Bartimeus - het instituut voor blinden. Een aantal blinde pupillen speelden verstoppertje met de groepsleider die wel zien kon. Eén van de kinderen verstopte zich achter een deur. Een goede plek zo zou je zeggen...
ware het niet dat de deur van GLAS was.
Ik kom tot dit stukje door een foto op facebook. Er bestaat een oogarts, werkzaam in Nederland met de naam I.C. NOTTING.