Het eerste deel van de treinreis
ben ik genoodzaakt tot staan.
Alle zitgelegenheden zijn bezet.
Halverwege zijn er mensen van hun
zitplaats opgestaan om te voet de trein
richting Sintra te verlaten.
Met een steuntje in de rug kijk ik door
de raampjes naar buiten. Niet echt
interessant , omdat we op dat moment
eigenlijk gewoon door bewoond gebied rijden,
de buitenwijken van Lissabon.
Ik focus me op de medereizigers en verzin
voor een ieder een plaats van bestemming
of reden tot vertrek. Schuin tegenover mij
zit een studente, op haar schoot een moleskin,
een in leer gebonden notitieboekje. Haar vriendin
met wie zij af en toe woorden wisselt, luistert
naar muziek.
Naast mij, zit mijn vrouw en nog twee dames.
Eén van hen wordt op het papier vastgelegd
door de studente in kwestie.
De tekenares bekijkt haar object doelbewust
heel precies door haar eigen hoofd in
allerlei poses te houden.
Ik volg het tafereel balangstellend, zonder dit te laten blijken
aan de spelers van het toneelstuk.
Nieuwsgierig houd ik mijn blik gericht op de bladzijde
waarop langzaam de tekening verschijnt.
Wat zal ik te zien krijgen? Een portret of misschien
een cartoon?
Het eindresultaat wordt allereerst beoordeeld
door de buurvrouw, daarna wordt het notitieboekje
omgekeerd naar de geportretteerde... dus niet.
Het blijkt haar been met schoen te zijn:
een volslank vrouwenbeen beginnend met de
rand van haar sportbroekje, slank bovenbeen,
de half gebogen knie, een elegante kuit en een gymschoen.
Mijn complimenten zou ze krijgen.
De artieste in kwestie ziet de schoonheid,
de persoonlijkheid van de mens, gedragen op
een geschoeid been, iets wat een voetstuk verdient!